Italië is een wijnland met vele klimaten en druivenrassen. Er schijnen wel 1200 druivenrassen in Italië te zijn al worden er maar een handvol gebruikt. In Italië wordt net als in de rest van Europa een kwaliteitssysteem aangehouden dat de kwaliteit stimuleert en garandeert door wijnbouwregels voor bepaalde gebieden waarin tradities zijn vastgelegd. De beste wijnen behoren tot een gebied van de “Denominazione di Origine” of “Denominazione di Origine Controllata e Garantita”. Mocht je je als wijnbouwer nu niet willen houden aan deze regels en tegen de tradities in druivenrassen van de buurlanden willen verbouwen zoals Cabernet Sauvignon of Merlot dan val je met een goede wijn in de Indicazione Geografica Tipica (IGT) kwaliteitsnormering. De “supertuscans” zijn dure Bordeaux klonen van Cabernet Sauvignon en Merlot uit de Chianti regio. Deze wijnen hoeven nu niet meer als tafelwijn door het leven hoeven te gaan en mogen nu het IGT kwaliteitskeurmerk voor wijnrebellen dragen.
Misschien wel het beste en meest bekende wijngebied van Italië. Er wordt ieder geval heel veel kwaliteitswijn gemaakt. Piemonte betekent eigenlijk “aan de voet van de berg”. Pied betekent voet en Monte betekent berg. De Alpen aan de Noord en westkant beschermen het wijngebied tegen kou en regen.
Piemonte lijkt op Bourgogne door z’n vele versnipperde wijngaarden en de grootsheid van één druivenras, namelijk de Nebbiolo. Deze koning van de Italiaanse druiven dankt z’n naam aan de najaarsnevel (nebbia) die in de wijngaarden hangt door de nabijheid van de koude Alpen en de warme mediterraane zee.
Als je Nebbiolo met een ander druivenras moet vergelijken, dan is het met de Pinot Noir. Allebei lichter in kleur, veel frisheid en geuren van rood fruit. Na enkele jaren rijping wordt de wijn zachter, beter en ontstaan er herfstachtige tonen, aardse smaken en complexe aroma’s van leer en teer . De wijnen worden vaak hout gelagerd en moeten ouderen om de meeste hardheid kwijt te raken. Als je zo lang kan wachten natuurlijk ;-)
Barolo is een eetwijn die goed combineert met harde gerijpte kazen als Parmigiano, Grana Pardano of de lokale Bra Duro.
De thuishaven van de Valpolicella en de populaire Prosecco, Ripasso en Amarone wijnen. Deze wijnstreek tussen Venetië en het Gardameer produceert de meeste wijn van Italië.
In de rode wijnen zijn het fantastische blends van Corvina, Rondinella en Molinara druiven die een rol spelen. Hier worden droge wijnen tot heel zoete wijnen van gemaakt. Bij de zoete wijnen en ook voor de stevige blockbusters als Ripasso en Amarone gebruikt men druiven die na de oogst zijn ingedroogd om nog meer concentratie, alcohol en ronde structuur te krijgen. Deze eeuwenoude techniek heet appasimento. De Ripasso en Amarone wijnen doen het misschien nog wel beter bij harde kazen als Parmigiano en Grana Pardano.
Voor witte Soave wijn gebruikt men de Garganega druif. Soave betekent “zacht” en de wijn staat dan ook bekent om een rijke, zachte smaak met aroma’s van peer, limoen en amandel in de afdronk. Deze zachte wijn is erg geliefd bij wijndrinkers en valt bijna overal mee te combineren.
Net boven Veneto, en tegen de Alpen aan ligt het wijngebied van de Pinot grigio en Pinot Bianco. Het Noorden van deze regio hoort pas sinds 100 jaar bij Italië en men voelt zich hier hoofdzakelijk Tiroler. Ook de rode Lagrein is een wijn die je niet mag overslaan. Een lichtere rode wijn maar expressief en fruitig. Het koele Alpen klimaat is ideaal voor frisse en verfijnde wijnen.
Naar het midden van Italië komen we bij de wijnregio rondom de stad Florence. Het hart van de wijnstreek ligt precies tussen Florence in het noorden en Sienna in het zuiden. In deze wijnstreek wordt de Sangiovese druif gebruikt. Sangiovese betekent letterlijk “bloed van Jupiter”. Jupiter was de Romeinse Zeus en geeft aan hoe oud dit druivenras is en dat deze waarschijnlijk ook geliefd was bij religieuze doeleinden.
Als Nebbiolo de Italiaanse koning is van de druivenrassen dan is Sangiovese de godheid die erboven hangt. De Sangiovese schiep de beroemde Chianti, Brunello di Montalcino en de Vino Nobile de Montepulciano wijnen. Deze wijnen hebben een dieprode kleur met een geur en smaak van kersen, pruimen, thee, bladeren en noten als de wijn op hout heeft gelagerd. Er zijn fruitige sangioveses maar ook heel rustieke varianten mocht je voor de bekende subregio’s kiezen. Wacht ook minstens 5-10 jaar voordat je deze wijnen openmaakt. Ondanks z’n kracht heeft deze wijn heel wat frisheid verborgen en kan daarom tegen vele maaltijden op. Past perfect bij vleesgerechten maar ook bij vegetarische en groenten gerechten met tomaten en olijfolie.
Deze wijnstrijk is bekend van de Montepulciano d’Abruzzo. Deze wijn wordt gemaakt van de Montepulciano druif en wordt nog wel eens verward met de Vino Nobile de Montepulciano van de Sangiovese uit Toscane. De Montepulciano is een zachte en ronde wijn maar met de nodige structuur.
Deze wijnregio scoort hoge ogen bij de Nederlandse wijndrinker. De zachte, volle en kruidige Primitivo druif zorgt al jaren voor lege schappen bij wijnwinkels. Dit druivenras dat eigenlijk Tribidrag heet komt oorspronkelijk uit Kroatië en is ook naar Amerika geëmigreerd onder de naam Zinfandel. De Primitivo dankt z’n naam aan het Latijnse woord “primitivus”, wat “de eerst rijpende” betekent. Deze druif heeft in Kroatië voor veel bekende nakomelingen gezorgd.