Cabernet Sauvignon is een van de bekenste blauwe druivenrassen omdat ze in elke wijnregio over de wereld te vinden is. Haar bekendheid kreeg ze door het gebruik in Bordeaux wijnen en haar goede eigenschappen om in elk klimaat goed te groeien omdat ze goed tegen de koude kan en haar dikke schil haar tegen ruig weer of felle zon beschermd. Cabernet Sauvignon is een 17e eeuwse kruising tussen de blauwe druif Cabernet Franc en de witte druif Sauvignon Blanc en bezit hierdoor de aroma’s van beide druiven. De druif heeft daardoor het grassige en de zuren van Sauvignon Blanc gekregen en de zwarte bessen aroma’s van de Cabernet Franc. De dikke schil van de Cabernet Sauvignon zorgt ervoor dat er bij het wijnmaken veel tannines vrijkomen, wat zorgt voor een goede houtbaarheid maar ook een stroef en bitter karakter krijgt. In de Bordeaux gebruikt men daarom al eeuwen eikenhoutenvaten ook wel barriques genoemd, om de wijn heel langzaam door het poreuze hout zuurstof te geven. Onder invloed van zuurstof verdwijnt het tannineuze karakter, en krijgt als een positieve bijkomst ook een lekkere houtsmaak.
Behalve in Frankrijk wordt cabernet sauvignon verbouwd over de gehele wereld zoals in Duitsland, Italië, Spanje, Bulgarije, Australie, Chili, Zuid-Afrika, Argentinië en Zuid-Afrika.
Synoniemen voor Cabernet Sauvignon:
Cabernet Sauvignon wordt vaak in de oude gebieden ook Bouchet, Petit-Bouchet Petit-Cabernet of Sauvignon Rouge genoemd.