Als het aankomt op wijn decanteren, lijken er nogal wat misverstanden in de wereld geholpen te worden. In de praktijk merken we bijvoorbeeld op dat decanteren en karafferen vaak als synoniem worden gebruikt, terwijl het toch wel twee aparte begrippen zijn. Tijd voor ons om een en ander uit te klaren. Klare wijn schenken, weet je wel.
Wat is decanteren? Aan decanteren betekenis geven blijkt lang niet altijd eenvoudig. De beknoptste uitleg: het voorzichtig overgieten van wijn in een karaf (vandaar waarschijnlijk ook de verwarring met karafferen). Wanneer we aan decanteren betekenis willen geven, blijkt die beknopte uitleg echter niet te volstaan: wijn is en blijft nu eenmaal een complex godendrankje. Het praktisch doel van wijn decanteren vinden we dan ook bij het scheiden van het bezinksel van de heldere wijn, opdat ze heerlijk kan geschonken worden. We zien dan ook dat decanteren betekenis zal krijgen bij het schenken van oude wijnen, waar dat bezinksel toch opmerkelijker aanwezig is dan bij jongere wijnen.
Het klinkt misschien als oude wijn in nieuwe zakken, maar dat is het allesbehalve. Wat is decanteren? Dat is het op pijl houden van de kwaliteit van onze wijn en gelijktijdig ook het nadelig oxidatie-effect tegengaan. Natuurlijk is het ook veel meer dan enkel een spelletje overschenken en gaat er een wel heel bijzondere techniek aan vooraf. Ook die techniek verdient de nodige uitleg.
Soms horen we wel eens dat het ‘bezinksel’ een “fout” zou zijn, veroorzaakt door het slechte filteren. Niets is echter minder waar. Dat bezinksel is niets meer of minder dan een logisch gevolg van het verouderingsproces van wijnen. In rode wijnen vinden we immers veel meer tannine- en kleurstofmoleculen die, gedurende de rijping, moleculaire verbindingen aangaan. Door dat proces ontstaat er dus een kleine bezinkingslaag die eerder een symbool is van het feit dat de fles nu op dronk is. Eenmaal een wijn stof begint te vangen, zal er automatisch ook een bezinksel ontstaan. Zorgen maken hoeft niet, de wijn decanteren natuurlijk wel.
Decanteren van wijn wordt voornamelijk gedaan bij oude wijnen. Dat is logisch: naarmate de tijd vordert zal er zich ook meer bezinksel kunnen vormen. Toch hoeft dat vandaag de dag lang geen vaststaand feit meer te zijn: steeds meer jonge wijnen worden niet meer geklaard en gefilterd en kunnen ook de nodige portie decantering vergen.
Het belangrijkste dat je moet weten is dat het decanteren van wijn een stabiele hand en enige voorzichtigheid vergt. Het risico van het snel decanteren is immers dat de oude wijn te veel zuurstof krijgt en daardoor al snel kunnen oxideren. Slecht overgieten kan echt wel roet in het eten gooien. Als je nog niet geoefend bent in het decanteren van wijn kan je de flessenhals boven een lichtbron houden, zodat je meteen ziet wanneer het bezinksel eraan komt. In restaurants wordt vaak gekozen voor het licht van een kaars, om het authentiek karakter te bewaren.
Lees ook: Hoe lang kan je verschillende soorte wijn bewaren?
Naar welke karaf het decanteren van wijn moet gebeuren? Oude wijn schenk je best in een smallere karaf, zo kan het contact met zuurstof beperkt worden. Bij jonge ongefilterde wijn kan je kiezen voor een bredere karaf om hem net de nodige verluchting te bieden. Wat is decanteren zonder een mooie setting? Weet alvast dat er heel esthetische karaffen beschikbaar zijn die het resultaat ook nog eens luxueus laten ogen. Echter: deze karaffen zijn vaak een stuk prijziger, dus ook hier zal je een geschikte afweging moeten maken.
Het ideale moment waarop we wijn decanteren hangt grotendeels af van de wijn zelf. Jonge wijnen, die vaak nogal stroef zijn, kan je al een tweetal uur op voorhand openen en in de karaf overschenken. Vooraf de wijn overschenken heeft hier immers een groot voordeel: de toevoeging van zuurstof maakt hen veel soepeler. Het is hier dat de verwarring met karafferen schuilt: als het doel enkel verscholen zit in het toevoegen van zuurstof, dan spreken we van karafferen. Opgelet: wanneer het gaat om het overschenken van jonge ongefilterde wijn met als doel om klare wijn te verkrijgen, dan spreken we opnieuw van decanteren. Wat is decanteren? Het schuilt in de meest subtiele details.
Het overgieten van een oude wijn, dat doe je best niet al te vroeg. Een tien minuten vooraf volstaat zeker. Des te langer de wijn op karaf wordt geplaatst, des te meer zijn subtiele aroma’s worden geaccentueerd. In de praktijk zorgt die accentuering ervoor dat de oude wijn zijn soepel karakter verliest en aan kwaliteit moet inboeten. Wat dan wel weer belangrijk is: de nodige voorbereidingen treffen. Bij een oudere wijn met heel veel bezinksel kan je hem immers een dag vooraf schuinend plaatsen, zo zinkt het bezinksel langzaam naar de onderzijde en wordt het overgieten een stuk efficiënter.
Het bezinksel onderaan een oude wijnfles, dat is doodnormaal. Ook bij jonge flessen komt het tegenwoordig voor, zorgen maken is helemaal onnodig. Het is wel van belang om een onderscheid te maken tussen beide categorieën: jonge flessen wijn decanteren doe je ongeveer 2 uur vooraf, terwijl je dat bij oude wijn zal beperken tot een vijf à tien minuten. Doe het overgieten voorzichtig en schenk jonge wijn in een brede karaf, terwijl je oude wijn dan weer in een smalle karaf schenkt. De flessendop kan je onder een lichtbron houden om te zien wanneer het bezinksel eraan komt.
Het vergt misschien enige oefening, maar je zal al snel merken dat het decanteren van wijn helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn. En het resultaat? Goede wijn behoeft geen krans.